JAR 2015, 243, (rolnummer HD 200.149.163/02: Splitsing onderneming bij overgang van onderneming, Toepassing Klarenberg-arrest, Relatiebeding geldig)

De werknemer is in 2002 in dienst getreden bij HVB. Op 27 december 2007 is hij met HVB een relatiebeding overeengekomen. Per 1 oktober 2008 zijn de activiteiten van HVB overgenomen door Co & Co. De werknemer is verteld dat hij in dienst zou treden van Accountants & Co. Op 8 december 2008 is de naam van Co & Co gewijzigd in ARP. Per 1 januari 2010 is de werknemer in dienst getreden van ARP. Daarbij is aan de werknemer toegelicht dat hij in dienst is getreden van Accountants & Co in verband met de WTA, maar dat hij nu vanwege de te grote druk op de interne administratie wordt verzocht over te stappen naar ARP. Daarbij is bevestigd dat alle bedingen uit de arbeidsovereenkomst onverkort van toepassing blijven. De werknemer heeft zijn arbeidsovereenkomst met ARP opgezegd tegen 1 april 2014 om bij een klant in dienst te treden. ARP beroept zich op het relatiebeding. De werknemer stelt dat ARP geen beroep toekomt op het relatiebeding. De kantonrechter heeft het relatiebeding geschorst. ARP gaat in hoger beroep. Het hof gaat na of sprake is geweest van overgang van onderneming toen de werknemer in dienst trad bij Accountants & Co. Aannemelijk is dat zowel Accountants & Co als ARP een deel van de van HVB gekochte onderneming heeft overgenomen. Uit het Klarenberg-arrest volgt dat de richtlijn ook kan worden toegepast indien de onderneming niet als organisatorische eenheid blijft bestaan, op voorwaarde dat de functionele band tussen de verschillende overgegane productiefactoren wordt gehandhaafd en deze de verkrijger de mogelijkheid biedt om dezelfde economische activiteit voort te zetten. Met deze situatie kan een parallel worden getrokken, nu de van HVB gekochte onderneming, te weten de accountantspraktijk, om de door ARP genoemde reden geïntegreerd is in de door haar gecreëerde structuur. De functionele band is derhalve gehandhaafd. De arbeidsovereenkomst met HVB, inclusief het relatiebeding, is derhalve overgegaan op Accountants & Co. Ook de overgang van de accountantspraktijk van Accountants & Co naar ARP is een overgang van onderneming, nu dit onderdeel in zijn geheel is ondergebracht bij ARP. Het relatiebeding dient te worden uitgelegd conform het Haviltex-criterium. Daaruit volgt dat door de werknemer geen concurrerende werkzaamheden voor relaties van ARP mogen worden verricht. Daarvan is geen sprake. Het relatiebeding staat daarom niet in de weg aan indiensttreding bij de klant.